De werkwijze van een kleine wijnboer

De werkwijze van een kleine wijnboer

Kleine wijnboeren. Daarmee bedoelen we natuurlijk niet boeren met een bepaalde lengte, maar juist makers die hun wijn kleinschalig produceren. Hoewel “De Kleine Wijnboer” klinkt als een uitstervend ras, werken juist steeds meer wijnmakers vanuit een persoonlijke en duurzame overtuiging. Ze maken bewust de keuze om klein te blijven en te investeren in kwaliteit in plaats van kwantiteit. Juist dáárom vinden wij dat kleine wijnboeren betere wijn maken. Wijn met een uniek verhaal en zeker niet volgens het “massa is kassa” principe.

Kleine wijnboeren. Daarmee bedoelen we natuurlijk niet boeren met een bepaalde lengte, maar juist makers die hun wijn kleinschalig produceren. Hoewel “De Kleine Wijnboer” klinkt als een uitstervend ras, werken juist steeds meer wijnmakers vanuit een persoonlijke en duurzame overtuiging. Ze maken bewust de keuze om klein te blijven en te investeren in kwaliteit in plaats van kwantiteit. Juist dáárom vinden wij dat kleine wijnboeren betere wijn maken. Wijn met een uniek verhaal en zeker niet volgens het “massa is kassa” principe.

Welke druif?

kleinschalig boeren begint bij de basis. Vaak zijn het kleine familiebedrijven waar al generaties lang lokale druiven staan aangeplant. Mocht dit niet zo zijn of moeten stukken wijngaard opnieuw beplant worden dan wordt er al heel secuur nagedacht welke stukken grond en welke bodemsoorten het meest geschikt zijn om druiven op te planten. En daarnaast niet geheel onbelangrijk, welke druivensoort dat dan moet zijn. Iedere bodemsoort heeft namelijk een andere samenstelling, wat ervoor zorgt dat de grond voeding en water op een andere manier vasthoudt en afgeeft. Ook de ligging ten opzichte van de zon en het aantal zonuren spelen in deze keuze een grote rol, want iedere druivensoort heeft andere behoeftes.

Neem bijvoorbeeld onze Oostenrijkse wijnboer Gerhard Deim. Op zijn wijngaarden zijn sommige stukken grond geschikter voor de druivenrassen zweigelt of muskateller en minder bruikbaar voor de grüner veltliner, maar juist van die laatste druivensoort kan hij de meeste wijn verkopen. Omdat zijn “terroir” het niet overal toelaat om Grüner Veltliner te verbouwen zal hij ook met andere druivenrassen wijn moeten maken. In een andere wijngaard staan weer oude riesling ranken die zijn opa ooit aangeplant heeft. Doodzonde om weg te halen natuurlijk, dus maakt Gerhard ook Riesling. Om zijn bodem niet uit te putten en zijn druiven de kans te geven perfect rijp te worden, is de hoeveelheid wijnranken per hectare beperkt en zijn de opbrengsten voor Gerhard dus lager. De kwaliteit van de wijn kan daarentegen wel gewaarborgd worden, omdat iedere plant zo voldoende voeding en water uit de bodem haalt. De keuze voor de druif en de grond is voor een wijnboer dus een hele puzzel!

In de wijngaarden

Als de wijnstokken eenmaal op de juiste plek staan, heb je zeker nog geen wijn. Het duurt namelijk minstens 5 jaar voordat een jonge druivenstok fruit geeft dat geschikt is voor wijnproductie. Eigenlijk kan je als wijnboer pas echt goede wijn gaan maken als de stokken 20 jaar of ouder zijn. Het is dus een kwestie van geduld om wijn van oude stokken ( ook wel Vieilles Vignes of Alte Reben genoemd ) te kunnen maken.

Het werk in de wijngaarden gaat het hele jaar door. Het snoeien gebeurt volgens een filosofie die bij de regio en het druivenras past, zodat de druiventrossen voldoende ruimte hebben om zonlicht op te vangen of juist beschermd worden tegen de zon.

Veel wijngaarden worden biologisch en/of duurzaam bewerkt. Zo staan er tussen de wijnranken veel bloemen en is er een grote biodiversiteit. Dit draagt allemaal bij aan een gezondere bodem en minder ziektes in de wijngaarden. Wanneer de druivenranken knopjes krijgen, vindt er vaak nog een tweede snoeironde plaats waarbij een deel van de toekomstige druiventrossen juist weggesnoeid wordt. Dit verkleint de uiteindelijke oogst drastisch, maar geeft de druivenstokken wel de kans meer concentratie en energie in de overgebleven druiven te pompen. Hier geldt dus weer: kwaliteit boven kwantiteit.

Oogsten

Bij al onze boeren wordt er handmatig geoogst. Dit zorgt voor een strengere selectie van de druiven in de wijngaarden. Er wordt op verschillende momenten geoogst. Pas als de druiven perfecte rijpheid hebben bereikt, wordt een wijngaard geoogst. Op deze manier komen alleen de beste druiven in de wijn terecht. Ook niet geheel onbelangrijk: handmatig oogsten is een veel duurzamer proces. Op deze manier worden de druivenstokken niet beschadigd, wat bij machinaal oogsten wel gebeurt.

Voordat de druiven in de pers belanden, volgt vaak nog een handmatige controle van de druiven om zeker te weten dat er alleen gezonde druiven meekomen en niet te veel takken en bladeren. Dit kan namelijk smaken opleveren die de boer niet in de wijn wil hebben.

In de kelder

Het wijn maken zelf gebeurt ook ambachtelijk. Hiermee bedoelen we te zeggen dat de wijnmakers zelf in de kelder staan en ze gebruik maken van spontane vergisting. Dat betekent dat gisting optreedt door middel van natuurlijke gisten die al op de druiven aanwezig zijn. De gisting is een bepalend proces in het wijn maken. Door gisten toe te voegen aan een wijn, kunnen er smaken aan een wijn worden toegevoegd of weggelaten. Dit levert bijvoorbeeld generiek smakende wijnen op die weinig laten proeven van het terroir, hetgeen een wijn juist speciaal maakt.

Het gebruik van natuurlijke gisten brengt ook risico’s met zich mee, omdat een wijnmaker op voorhand nooit 100% kan inschatten wat het resultaat gaat zijn. Het enige dat hij kan doen om dit te sturen, is zorgen voor een zo’n hoog mogelijke kwaliteit van zijn druiven en hele gezonde wijngaarden. Daarnaast zullen de ambachtelijke wijnmakers minder snel kiezen om hun wijnen te voorzien van veel “make-up” of nieuw hout. Ze willen juist de frisheid en puurheid van het fruit laten spreken.

In de fles

Als de wijnen klaar zijn, krijgen ze vaak nog even de tijd om tot rust te komen voordat ze worden verkocht. Zodat de wijnen echt klaar zijn om gedronken te worden.

Nu vraag je je misschien af waarom een boer al deze extra moeite zou doen? Alles gebeurt voor het resultaat, en dat mag er zijn! Het resultaat zijn wijnen die: een verhaal hebben, een meer uitgesproken smaak hebben, maar nog belangrijker gewoonweg lekkerder zijn.

Welke druif?

kleinschalig boeren begint bij de basis. Vaak zijn het kleine familiebedrijven waar al generaties lang lokale druiven staan aangeplant. Mocht dit niet zo zijn of moeten stukken wijngaard opnieuw beplant worden dan wordt er al heel secuur nagedacht welke stukken grond en welke bodemsoorten het meest geschikt zijn om druiven op te planten. En daarnaast niet geheel onbelangrijk, welke druivensoort dat dan moet zijn. Iedere bodemsoort heeft namelijk een andere samenstelling, wat ervoor zorgt dat de grond voeding en water op een andere manier vasthoudt en afgeeft. Ook de ligging ten opzichte van de zon en het aantal zonuren spelen in deze keuze een grote rol, want iedere druivensoort heeft andere behoeftes.

Neem bijvoorbeeld onze Oostenrijkse wijnboer Gerhard Deim. Op zijn wijngaarden zijn sommige stukken grond geschikter voor de druivenrassen zweigelt of muskateller en minder bruikbaar voor de grüner veltliner, maar juist van die laatste druivensoort kan hij de meeste wijn verkopen. Omdat zijn “terroir” het niet overal toelaat om Grüner Veltliner te verbouwen zal hij ook met andere druivenrassen wijn moeten maken. In een andere wijngaard staan weer oude riesling ranken die zijn opa ooit aangeplant heeft. Doodzonde om weg te halen natuurlijk, dus maakt Gerhard ook Riesling. Om zijn bodem niet uit te putten en zijn druiven de kans te geven perfect rijp te worden, is de hoeveelheid wijnranken per hectare beperkt en zijn de opbrengsten voor Gerhard dus lager. De kwaliteit van de wijn kan daarentegen wel gewaarborgd worden, omdat iedere plant zo voldoende voeding en water uit de bodem haalt. De keuze voor de druif en de grond is voor een wijnboer dus een hele puzzel!

In de wijngaarden

Als de wijnstokken eenmaal op de juiste plek staan, heb je zeker nog geen wijn. Het duurt namelijk minstens 5 jaar voordat een jonge druivenstok fruit geeft dat geschikt is voor wijnproductie. Eigenlijk kan je als wijnboer pas echt goede wijn gaan maken als de stokken 20 jaar of ouder zijn. Het is dus een kwestie van geduld om wijn van oude stokken ( ook wel Vieilles Vignes of Alte Reben genoemd ) te kunnen maken.

Het werk in de wijngaarden gaat het hele jaar door. Het snoeien gebeurt volgens een filosofie die bij de regio en het druivenras past, zodat de druiventrossen voldoende ruimte hebben om zonlicht op te vangen of juist beschermd worden tegen de zon.

Veel wijngaarden worden biologisch en/of duurzaam bewerkt. Zo staan er tussen de wijnranken veel bloemen en is er een grote biodiversiteit. Dit draagt allemaal bij aan een gezondere bodem en minder ziektes in de wijngaarden. Wanneer de druivenranken knopjes krijgen, vindt er vaak nog een tweede snoeironde plaats waarbij een deel van de toekomstige druiventrossen juist weggesnoeid wordt. Dit verkleint de uiteindelijke oogst drastisch, maar geeft de druivenstokken wel de kans meer concentratie en energie in de overgebleven druiven te pompen. Hier geldt dus weer: kwaliteit boven kwantiteit.

Oogsten

Bij al onze boeren wordt er handmatig geoogst. Dit zorgt voor een strengere selectie van de druiven in de wijngaarden. Er wordt op verschillende momenten geoogst. Pas als de druiven perfecte rijpheid hebben bereikt, wordt een wijngaard geoogst. Op deze manier komen alleen de beste druiven in de wijn terecht. Ook niet geheel onbelangrijk: handmatig oogsten is een veel duurzamer proces. Op deze manier worden de druivenstokken niet beschadigd, wat bij machinaal oogsten wel gebeurt.

Voordat de druiven in de pers belanden, volgt vaak nog een handmatige controle van de druiven om zeker te weten dat er alleen gezonde druiven meekomen en niet te veel takken en bladeren. Dit kan namelijk smaken opleveren die de boer niet in de wijn wil hebben.

In de kelder

Het wijn maken zelf gebeurt ook ambachtelijk. Hiermee bedoelen we te zeggen dat de wijnmakers zelf in de kelder staan en ze gebruik maken van spontane vergisting. Dat betekent dat gisting optreedt door middel van natuurlijke gisten die al op de druiven aanwezig zijn. De gisting is een bepalend proces in het wijn maken. Door gisten toe te voegen aan een wijn, kunnen er smaken aan een wijn worden toegevoegd of weggelaten. Dit levert bijvoorbeeld generiek smakende wijnen op die weinig laten proeven van het terroir, hetgeen een wijn juist speciaal maakt.

Het gebruik van natuurlijke gisten brengt ook risico’s met zich mee, omdat een wijnmaker op voorhand nooit 100% kan inschatten wat het resultaat gaat zijn. Het enige dat hij kan doen om dit te sturen, is zorgen voor een zo’n hoog mogelijke kwaliteit van zijn druiven en hele gezonde wijngaarden. Daarnaast zullen de ambachtelijke wijnmakers minder snel kiezen om hun wijnen te voorzien van veel “make-up” of nieuw hout. Ze willen juist de frisheid en puurheid van het fruit laten spreken.

In de fles

Als de wijnen klaar zijn, krijgen ze vaak nog even de tijd om tot rust te komen voordat ze worden verkocht. Zodat de wijnen echt klaar zijn om gedronken te worden.

Nu vraag je je misschien af waarom een boer al deze extra moeite zou doen? Alles gebeurt voor het resultaat, en dat mag er zijn! Het resultaat zijn wijnen die: een verhaal hebben, een meer uitgesproken smaak hebben, maar nog belangrijker gewoonweg lekkerder zijn.